De keuze voor een mantelzorgwoning komt vaak voort uit een persoonlijke noodzaak, waarbij zorg en nabijheid centraal staan. Toch is het niet zo dat iedereen zomaar een mantelzorgwoning mag plaatsen. Er zijn voorwaarden en regels verbonden aan het realiseren van zo’n woning, omdat het gaat om een woonvorm die op het eigen perceel wordt toegevoegd. Gemeenten hanteren verschillende criteria, en het is belangrijk om deze goed te begrijpen voordat je stappen onderneemt.
Er moet sprake zijn van een zorgrelatie
Een mantelzorgwoning mag alleen geplaatst worden wanneer er daadwerkelijk sprake is van mantelzorg. Dat betekent dat er structureel zorg wordt verleend aan iemand met een fysieke, psychische of sociale hulpvraag. Het gaat hierbij niet om incidentele hulp, maar om intensieve zorg die regelmatig nodig is. Degene die zorg ontvangt moet aantoonbaar afhankelijk zijn van hulp, bijvoorbeeld door middel van een indicatie van een arts of zorginstantie. Op basis van die informatie kun je onderbouwd een aanvraag doen bij de gemeente. Voor veel mensen die een zorgunit kopen, is dit het uitgangspunt van hun beslissing: zorgen voor een dierbare in de directe nabijheid, zonder samen te hoeven wonen.
De woning moet geplaatst worden op hetzelfde perceel
Een mantelzorgwoning moet altijd op hetzelfde erf staan als de hoofdwoning van de zorgverlener of de zorgontvanger. Dit betekent dat het niet toegestaan is om zomaar op een losstaand stuk grond een woning te plaatsen met als reden mantelzorg. De bedoeling is dat zorg gemakkelijk en snel verleend kan worden. Gemeenten toetsen daarbij of het bestemmingsplan dit toelaat, en of de locatie past binnen de ruimtelijke ordening. Een aanbieder als Dit is Plek houdt hier bij het ontwerp en de plaatsing van hun units al rekening mee, waardoor je als koper niet voor verrassingen komt te staan. Het is dus verstandig om een partij te kiezen die ervaring heeft met deze regels.
De zorgrelatie moet officieel aangetoond kunnen worden
Een cruciaal onderdeel van de aanvraag is het aantonen van de zorgbehoefte. Dit gebeurt meestal via een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere erkende zorgverlener. In deze verklaring staat dat er sprake is van een mantelzorgsituatie en dat dit langer dan drie maanden zal duren. Deze documentatie wordt vaak meegeleverd bij de vergunningsaanvraag of melding bij de gemeente. Zonder deze verklaring kun je in veel gevallen geen gebruik maken van de uitzonderingsregels rondom mantelzorgwoningen. Ook daarom is het belangrijk om vooraf te inventariseren welke documenten je moet aanleveren, zodat het traject soepel verloopt.
De vergunningseisen verschillen per gemeente
Hoewel er landelijke richtlijnen zijn, verschilt de exacte invulling per gemeente. Sommige gemeenten eisen een vergunning, terwijl andere volstaan met een meldingsplicht. Dit heeft invloed op de snelheid waarmee de woning geplaatst kan worden. Het is daarom essentieel om vroeg in het proces contact op te nemen met de gemeente waarin je woont. Door op tijd te informeren naar de regels en procedures, voorkom je vertraging of onnodige kosten. Wie zich goed laat adviseren, bijvoorbeeld door een aanbieder die op de hoogte is van de lokale wetgeving, vergroot de kans op een succesvolle aanvraag en een snelle plaatsing van de mantelzorgwoning.